Dou ‘k nait
Terwijl ik deze column schrijf (3 februari) is er veel gebeurd m.b.t. het klussen in het nieuwe huis. De maand januari is gebruikt om naast het reguliere werk met name de benedenverdieping klaar te hebben vóórdat de verhuizing zou plaatsvinden. En dat is gelukkig, met enige vertraging, gelukt. Komende vrijdag (7 februari) zal de definitieve verhuizing naar Leek plaatsvinden. Als u dit leest is de verhuizing dus echt achter de rug. Waarschijnlijk zullen we bezig zijn met uitpakken van dozen en het verdere inrichten van ons huis. Wat er nu is gebeurd is trouwens al weer onzichtbaar: een vloerverwarming die nu onder de pvc-vloer ligt en buizenwerk dat weggewerkt is achter of in de muur. Veel werk dat gedaan is en dan toch niet meer te zien! Eigenlijk wel jammer voor al dat werk.
Maar waarom schrijf ik dit als ‘overdenking’? Nou eigenlijk omdat geloven een zelfde ‘achtergrond’ heeft. Er is en wordt in de Bijbel veel gezegd en geschreven over Gods betrokkenheid op mensen, over Gods liefde, over Gods belofte aan mensen, over zoveel meer waarin Gods nabijheid duidelijk wordt. En trouwens ook wat mensen kunnen en
mogen doen in hun leven en binnen een geloofsgemeenschap … En toen dacht ik: ‘maar is dat alles ook altijd en voor iedereen zichtbaar?’ Is geloven ‘zichtbaar’? Vast niet altijd! Toch mag er vertrouwen zijn dat Gods werk en het werk van mensen er wel degelijk is, Ja, dat het de bodem vormt van alles wat (gelukkig) wel zichtbaar is.
Wat in ons huis duidelijk zichtbaar is: nieuw stucwerk aan plafond en muren. Een stucadoor uit Leek klaarde de klus in twee dagen. En ja dan heb je ook momenten dat je niet alleen over stucwerk praat. Hij deed een mooie uitspraak. “Weet u wat de Groningse vertaling is van: “Datgene wat u van me vraagt ben ik geenszins van plan om uit te voeren”? Gronings: dou ‘k nait!
Een uitspraak waar we hard om moesten lachen. Erg humoristisch, grappig.
Als een Groninger zegt “dou ’k nait”, dan doet hij het ook echt niet, zei de stucadoor. Je kunt hoog of laag springen maar dan is het duidelijk.Hij/zij heeft dan een standpunt bepaald: zo is het en niet anders. Dat geeft duidelijkheid.
Een uitspraak die in eerste instantie een grote glimlach teweeg bracht. De uitspraak bleef echter in mijn hoofd rondzoemen. Als je voor jezelf goed hebt nagedacht over een onderwerp en daar ook met anderen over gesproken hebt en dan zegt “dou ‘k nait”. Dan geeft dit inderdaad duidelijkheid. Ieder weet waar hij/zij aan toe is. Maar de andere kant is dat er met zo’n uitspraak een situatie ontstaat waarbij er geen beweging meer is en/of kan ontstaan. “Dou ‘k nait” heeft een stelligheid die zaken vast zet en maakt dat er geen openheid, geen ruimte meer is voor ‘wat dan ook’. Als je vanuit die invalshoek kijkt dan is “dou ‘k nait” niet meer humoristisch. Zeker niet als die uitspraak gebruikt wordt tussen mensen, in een gezin, een familie, een vriendengroep, etc … Er kan geen verbinding / relatie meer ontstaan tussen mensen. En als je “ dou ‘k nait” verbindt met ‘geloven’ dan staat dat ook haaks op een begrip als ‘vergeving’ of ‘genade’. In die laatste twee woorden zit ‘beweging’. Ja, er zijn en worden door mensen steeds weer dingen gedaan die ze niet hadden moeten doen. Zaken die niet passen binnen de christelijke leer en leefwijze. Binnen het christelijk geloof is er dan keer op keer ruimte om te vragen om vergeving en ook te weten dat er van Godswege genade zal zijn. God die je weer in de ruimte zet. Je mag weer met een schone lei verder.
Kies je voor de ruimte en beweging of voor de onbeweeglijke stelligheid van “dou ‘k nait”?
ds. Harry Eringa