In mei 2018 is ds. Hommes benoemd tot classis-predikant Groningen-Drenthe en dus moet de gemeente op zoek naar een nieuwe voorganger. Over zijn nieuwe functie schrijft ds. Hommes in het laatste nummer van De Woldbode:
“Vanaf 1 september zal ik aan het werk zijn als classispredikant in de classis Groningen-Drenthe. Het is de bedoeling dat een classispredikant een centrale rol in de classis vervult en daar hangt de term ‘geestelijk leiderschap’ aan. Het is niet zo eenvoudig om aan te geven wat dat betekent, maar ik denk dan aan de discussies die we in onze gemeente voeren: wat is de reden voor ons om kerk te willen zijn in deze wereld; wat betekent het dat we ons gemeente ‘van Christus’ noemen; gesprekken over de inhoud van kerk zijn en geloven behoren tot de taken van de classispredikant.
De nieuwe functie voorziet in veel contacten met kerkenraden en predikanten en kerkelijk werkers: pastorale contacten en soms in situaties die je liever niet wilt, conflicten of anderszins. De vroegere vierjaarlijkse visitatie ligt nu bij de classispredikant: eens in de vier jaar alle gemeenten en predikanten bezoeken.
Misschien is wel de belangrijkste taak van een classispredikant om goed te luisteren, net als bij pastorale zaken. Het gaat er niet om wat je als predikant van zaken vindt, maar je probeert te luisteren en in beeld te krijgen hoe je anderen van dienst kunt zijn. Dat geldt bijvoorbeeld de samenwerking van gemeenten. We ervaren ook zelf dat de gemeente kleiner wordt en dat uit zich in kerkbezoek en de bezetting van de kerkenraad. We werken samen met Slochteren en als het uitkomt met meerdere gemeenten. Soms is er sprake van een fusie van gemeenten, maar dat is niet altijd de oplossing, andere vormen van samenwerken kunnen ook best voldoende zijn. Het onderzoeken van mogelijkheden om op de toekomst voorbereid te zijn is belangrijk en niet gemakkelijk.
Daar speelt ook een andere kwestie. Predikanten zitten vaak net iets te lang op dezelfde plek, zo horen en lezen we. Het is noodzakelijk om de mobiliteit van predikanten te verhogen. Dat is ook van belang voor de kleiner wordende gemeenten. Je kunt niet steeds opnieuw de predikantsformatie kleiner maken of een kerkelijk werker inzetten, dat heeft z’n grenzen. Soms moet je daarvoor een brede blik over het gebied hebben om gemeenten en daarmee predikanten (misschien tijdelijk) met elkaar te verbinden.”