Naar aanleiding van het bezoek van het moderamen van de synode in juni 2017
De vreugde voert ons naar dit huis
waar ’t woord aan ons geschiedt.
Met deze woorden uit lied 280 zijn de leden van het moderamen en de gasten ontvangen in de kerk van Hellum om met elkaar te spreken over hoe dat gaat in een kleine gemeente. Daarvoor is het wel belangrijk om te weten wat een kleine dorpsgemeente eigenlijk is. In onze situatie in de Woldkerken: een levende en levendige gemeente waarin diensten worden gehouden, een bijbelkring goed bezocht wordt, gespreksavonden worden gehouden, kindernevendienst aanwezig is en een kinderpaaswake en kinderkerstnachtdienst wordt georganiseerd; dat hoort bij 165 adressen, 120 belijdende leden (waarvan 75 % boven de 70), een kerkenraad van 1 ouderling kerkrentmeester, 2 ouderlingen en 3 diakenen waarvan niemand weet wat de zittingstermijn is en iedere zondag tussen de 15 en de 40 kerkgangers; een gemeente die bestaat uit vier kernen. Alles loopt. Het ziet er goed uit.
We hebben wel zorgen. Over de menskracht en de manier waarop de betrokken mensen in de kerkenraad in staat zijn om de gemeente bestuurlijk op koers te houden; over het aantal kerkgangers en natuurlijk ook de jongeren daarbij. En we vragen ons wel eens af hoe dat verder moet met onze gebouwen en bezittingen wanneer die ene zeer actieve en betrokken kerkrentmeester het werk niet meer kan doen.
We hebben de leden van de synode meegegeven ons met liefde te benaderen en behandelen: ook wij zijn voluit gemeente van Christus. We zitten niet te wachten op al die programma’s vanuit de landelijke kerk: dat zijn programma’s die niet bij onze situatie passen, zowel waar het gaat om JOP en jeugdwerk als waar het gaat om gemeenteopbouw.
De protestantse gemeente in Huizinge vertelt van een levendige en bloeiende gemeente op het dorp met mensen uit de regio. Goed verzorgde vieringen verzorgd door theologen die daar graag mee doen en in de buurt wonen; mensen die enthousiast zijn in de kringen in de week; het kleine kerkje wordt iedere zondag gevuld met zo’n 40 mensen die allemaal betrokken zijn. Een gemeente met een geheel eigen kleur.
En over Ten Post wordt verteld hoe kerkgrenzen vervagen en verdwijnen en enthousiasme voor het verhaal van God en mensen het wint en nieuwe initiatieven doet ontstaan. Je hebt wat mensen nodig die dat trekken, maar ook een manier om het mogelijk te maken.
Tijdens de lunch wordt doorgepraat over de kleine (dorps) gemeenten in ons groninger land. Tot slot vertelt Jacobine Gelderloos over haar onderzoek. Zij meent dat kerkelijke gemeenten op meerdere borden moeten schaken: zowel de locale gemeente als ook regionale samenwerking zijn noodzakelijk. Zij stelt ook veel vragen: wanneer houdt de kerk op te bestaan, is er een ondergrens? Hoe houd je de kerk zichtbaar, wanneer dominee niet in het dorp woont en kerkgebouw niet meer de plek is? Daarmee zegt zij eigenlijk dat dat noodzakelijke voorwaarden zijn.
Ik hoop dat we de moderamenleden een inkijkje hebben kunnen geven in ons reilen en zeilen en iets meer enthousiasme hebben kunnen opwekken dan we meestal voelen vanuit de landelijke kerk. En dat we hebben kunnen duidelijk maken dat wij niet in de put zitten en niet opgeven, maar gewoon doen wat gedaan kan worden.
Ds. Jan Hommes